Choir Director - Edith Casteleyn 

Sinds de oprichting van Life Line Gospel Choir in 1997 is Edith Casteleyn de choir director. Edith: “God gebruikt de mensen als zijn instrument. In de stemmen klinkt zijn aanwezigheid door”.


Edith leerde zich de stijl van Black American Gospel Music zelf aan. ”Je kunt er geen opleiding in volgen, al had ik best veel aan mijn klassiek geschoolde opleiding. Maar black gospel moet je al doende leren, want alles zit erin: van soul tot jazz, maar ook funk, blues en rock. 

“Mensen zeggen vaak: ‘Je bent wit maar in alles wat je doet, ben je zwart.’ Ik voel mij heel close met mijn Afro-Amerikaanse broeders en zusters en ik begrijp wat ze hiermee bedoelen.

 Ter illustratie: In God’s eyes there is no colour, een song die wij zingen, sluit helemaal aan bij mijn gedachtengoed.”
“Ik heb een klassieke achtergrond in muziek maar was al wel bekend met Black Gospel. Indertijd waren vooral The Edwin Hawking singers bekend in Nederland. Toch heb ik deze muziek pas werkelijk leren kennen door jarenlang op te trekken met mijn Afro-Amerikaanse broeders en zusters. Ik werd gevraagd om het koor van the United States Airforce in Soesterberg te begeleiden. Ik speelde piano en ben later de koor-directie bij de Afro-Amerikaanse Gospelservice gaan doen. Veertien jaar heb ik met deze mensen geleefd. Met elkaar hebben we veel door Amerika en Europa gereisd. God heeft hen gezegend deze songs te vertolken en ik ben blij en dankbaar dat ik hun muziek mag doorgeven aan witte mensen. De jaren met hen hebben me gevormd tot wie èn wat ik nu ben. Ik vind het dan ook een voorrecht dat ik destijds voor dit werk gevraagd ben.”

“Veel Black Gospel-songs zijn geboren op katoenvelden en/of aan het fornuis. Uit respect voor Afro-Amerikanen laat ik sommige songs niet door blanken zingen. Dat heeft te maken met de slavernij. Alleen al vanwege dit feit valt deze muziek niet te vergelijken met andere muziek. De koren oefenen en zingen dan ook niet met bladmuziek. Je kunt Black Gospel ook niet op papier zetten: solisten en het koor improviseren. Zo is het telkens weer een verrassing! Een song kan drie minuten, maar ook het dubbele duren. Dat hangt af van de spiritualiteit van het moment. De solist is vrij om te improviseren en ik improviseer met het koor. Vandaar dat het koor tijdens het zingen goed naar mij moet kijken. Ze weten wat ze moeten doen door de gebaren die ik maak. Improvisatie is heel belangrijk: je stelt je open voor God. Je moet vrij zijn om te zingen, er moeten geen obstakels zijn. Houding, expressie en uitstraling vind ik erg belangrijk. Wanneer je over the Joy of freedom zingt, moet je ook weten wat je zingt.”

Ik ben een neutraal Christen, mijn lijntje met God is goed. De bijbel is voor mij een leidraad. In de koren en bij workshops zijn mensen die aangesloten zijn bij een kerk. Maar ook mensen die weinig of niets met het geloof hebben, maar de muziek mooi vinden. Anderen voelen zich soms niet thuis in de kerk en zien het koor als een geestelijk vitamientje. Ook komen mensen uit de Orthodoxe kerk die niet gewend zijn samen te bidden en elkaars hand vast te houden tijdens het gebed. En het publiek is ook lang niet altijd Christelijk. Juist die verschillen maken het erg boeiend. Uit welke kerk mensen ook komen, iedereen is welkom! Daarin ben ik ruimdenkend.

Edith heeft ook haar eigen website, deze is te vinden via www.edithcasteleyn.com.

 


Pat Winterdal

 

Pat Winterdal kwam via Edith Casteleyn in contact met Life Line Gospel choir. "Edith vertelde mij over het koor in Katwijk en het enorme enthousiasme wat het koor heeft.

 

"Op één van de eerste repetitieavonden kwam ik kijken en ik werd meteen gegrepen door het enthousiasme. Daarnaast is het koor serieus bezig. Die combinatie is nodig. Als je de Heer wilt eren, moet je dat doen met alles wat je in je hebt."


Door de jaren heen werd Pat de rechterhand van Edith. "Ik ben eigenlijk een soort klusjesman. Ik speel bij alle koren van Edith, steek samen met haar het programma in elkaar. Zij zoekt de songs uit, ik bewerk de muzikale omlijsting. Je zou me wel algeheel muzikaal leider kunnen noemen. Ik ben muzikant, kan musiceren.
Maar ik zie het als iets voor Hem. Als ik mezelf moet gaan eren, zit ik verkeerd". Naast het werk bij de vier koren is Pat freelance muzikant. "Dat is ook leuk. Ik pas in ieders genre. Als muzikant moet je kunnen spelen wat de opdrachtgever vraagt. Maar de koren gaan altijd voor, zelfs al moet ik er een ander optreden voor afzeggen. Bij de koren ligt mijn hart".